Waar blessures hem de laatste jaren vaak van grote toernooien hielden, omschrijft Bart Deurloo zijn fysieke toestand aan de vooravond van de WK turnen in Antwerpen haast met enige verbazing. ‘Ik ben helemaal fit’, zegt de allrounder die zich steeds meer het uiterlijk van een popster aanmeet.
Een hip baardje siert zijn onderkaak, de tattooshop heeft een goede klant aan hem. ‘Ik ben er helemaal aan verslaafd. Ik ga er nog veel meer nemen. Turnen is zo’n nette sport, alles moet goed strak zitten. Ik vind dat echt onzin. Het is een spectaculaire, vette sport. Waarom moet dat allemaal zo netjes? Ze noemen me trouwens nu Baard Deurloo.’
‘You only live once, try to live twice’, is een van teksten op zijn lichaam. Het past bij hem. Stilzitten is niet aan hem besteed, uitdagingen houden Deurloo al zijn hele turnleven bezig. Onbevreesd stapte hij bij zijn WK-debuut 4 jaar geleden in Londen de O2-Arena binnen. De toen 18-jarige turner uit Zwijndrecht miste op een haar de allroundfinale. ‘Ik keek mijn ogen uit.’
Toernooien volgden, maar op belangrijke momenten hielden blessures hem aan de kant. Zo miste Deurloo wegens een handblessure de WK in Tokio, waar het draaide om olympische kwalificatie, en eerder dit jaar de EK in Moskou vanwege problemen met de knie. De laatste keer dat hij internationaal een allroundfinale turnde, was in Berlijn, bij de EK van 2011. Deurloo werd 14e met een score van 85,425 en riep dat hij ‘naar de 90’ wilde. Dat klonk wel heel ambitieus. ‘Maar ik kom nu al aardig in de buurt, toch? Ik had in Hongarije laatst 87,4, met een paar flinke fouten.’
Doel in Antwerpen is het bereiken van de allroundfinale, waarvoor de beste 24 meerkampers in aanmerking komen. ‘Als ik een goede allround turn en lekker in de wedstrijd zit, dan kan ik ook de finale op rek halen. De potentie heb ik, maar ik ga er niet van uit.’ Op YouTube staat het bewijs met beelden van een combinatie van vijf elementen, nog niet geschikt voor wedstrijden. ‘Ik pak de laatste mis en de eerste is geen vluchtelement, maar heeft wel waarde als combinatie. Als ik ga specialiseren, ga ik natuurlijk wel knallen.’
In Antwerpen staat maandag in de kwalificaties zijn status als ‘high-potential’ sporter op het spel. Deurloo moet presteren om financiĆ«le steun van NOC*NSF te behouden. ‘Maar zo kijk ik niet. Ik weet niet eens precies hoe het zit. Bij een toestel moet je bij de eerste acht eindigen. Dat is het enige wat ik weet. Ik kijk gewoon uit naar het WK en hoop dat ik de spanning aankan. Ik weet zelf wat ik kan, maar moet het nu ook aan anderen laten zien.’